Dampigheid, ook wel COPD (chronic obstructive pulmonary disease) genoemd.

Wat is het? een langdurige (chronische) ontsteking van de diepere luchtwegen kan leiden tot dampigheid. Dampigheid kun je vergelijken met Astma bij mensen.

De luchtwegen zijn gevoelig voor stof en schimmelsporen, ook zijn ze blijvend ontstoken. Hierdoor ontstaat er meer slijmvorming, het slijm veroorzaakt hoest en de ontsteking veroorzaakt zwelling van de luchtwegen. Hierdoor worden de luchtwegen vernauwd. Door stuiptrekkingen in de kringspieren, die de bronchiën omsluiten worden de bronchiën dicht geknepen.

Het paard heeft moeite om voldoende zuurstof op te nemen en kan steeds minder arbeid aan. Het uitademen kost veel moeite, het paard moet zijn buikspieren inzetten om de lucht uit de longen te persen.
Een aantal feiten:
- Een dampig paard ademt zwaar
- Dor het chronische karakter van de aandoening wordt er te veel ontstekingsweefsel in de longen gevormd. Het gevolg hier van is dat de longen hun elasticiteit verliezen.
- Bij dampige paarden ontslaat een ‘dampigheidsgroeve’ op de onder-achtergrens van het longveld. In ernstige gevallen beweegt ook de anus met de ademhaling mee.

Op den duur kan de chronische ontsteking in de bronchiën zich uitbreiden naar de longblaasjes, deze verliezen hun elasticiteit en kunnen knappen. Dit word longemfyseem genoemd. Deze schade is onherstelbaar.

Wat moet je doen bij een paard met dampigheid? Het beste is om de prikkeling van de luchtwegen zoveel mogelijk te voorkomen, dit kun je doen door:
- Veel frisse lucht (het liefst op een weide met beschutting of buitenstallen)
- Een stofvrije omgeving: de stal moet schoon zijn, het mooiste is als er een vrije toegang naar buiten is.
- Voorkom prikkels door stof en schimmelsporen:
      • Geen stro-opslag boven de stal
      • Gebruik eventueel ander strooisel in plaats van stro
- Voorkom prikkels door ammoniakdampen:
      • Mest op de juiste manier uit.
- Voer natgemaakt hooi of voordroogkuil

Hoe kan je dampigheid voorkomen? Neem elke luchtwegaandoening serieus en laat het paard deskundig behandelen. Laat het paard zo vaak en lang mogelijk in de frisse lucht, bijvoorbeeld in het weiland. En zorg ervoor dat het paard niet of nauwelijks in contact komt met irriterende prikkels.